Oorzaak ADHD?

Genen

Over de oorzaak van ADHD bestaat nog veel onduidelijkheid. Het staat in ieder geval vast dat ADHD vaak erfelijk is. Erfelijkheid zegt vooral iets over de aanleg die in een bepaalde familie aanwezig is om een bepaalde stoornis te ontwikkelen. Een bekende erfelijke aandoening is astma. Hebben de ouders astma, dan is de kans groot dat ook de kinderen astma krijgen. Naast erfelijke factoren spelen ook omgevingsfactoren een belangrijke rol. Bij astma kan dit bijvoorbeeld een overgevoeligheid voor huisstofmijt, boompollen, of huisdieren zijn. Daarom wordt bij kinderen met astma altijd onderzoek uitgevoerd naar omgevingsfactoren: wanneer blijkt dat het kind gevoelig is voor huisstofmijt dan kan de omgeving aangepast worden. Daardoor verminderen mogelijk de astmaklachten. Of, wanneer uit onderzoek bij een kind met astma blijkt dat het kind astmatisch wordt van poezen, dan zijn er vaak minder of zelfs geen klachten meer wanneer er een ander tehuis gezocht wordt voor de poes. De aanleg blijft dus wel aanwezig, maar omdat de omgevingsfactor (de poes) wordt weggenomen, zijn er geen of minder klachten.

Bij ADHD is aangetoond dat meerdere genen een rol kunnen spelen, maar dat daarnaast ook omgevingsfactoren van belang zijn. De precieze oorzaak van ADHD is nog steeds niet duidelijk, daarom wordt ook wel gezegd dat de oorzaak van ADHD multi-factorieel’ is.

oorzaak adhd

Omgevingsfactoren

Er zijn meerdere omgevingsfactoren die invloed kunnen hebben op ADHD. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat voeding een belangrijke omgevingsfactor is die betrokken is bij ADHD. In totaal zijn er acht onderzoeken uitgevoerd waarin de effecten van een fewfoods-dieet op ADHD werden onderzocht. Alle studies waren randomised controlled trials (RCTs), hetgeen betekent dat ze gerandomiseerd en gecontroleerd werden uitgevoerd. Vijf van de acht onderzoeken werden daarnaast ook nog dubbelblind placebogecontroleerd uitgevoerd. Uit alle acht studies bleek dat voeding een grote rol kan spelen bij ADHD. Ook bleek uit onderzoek dat in principe elk voedingsmiddel (zoals bijvoorbeeld ei, sinaasappel, spinazie, kip, rozijnen, etc.) van invloed kan zijn op het gedrag van kinderen. Daarnaast bleek ook dat kinderen met ADHD over het algemeen voor meer dan één voedingsmiddel gevoelig zijn.

Wij denken dat het voor kinderen met ADHD belangrijk is om, net als bij kinderen met astma, standaard de invloed van omgevingsfactoren te onderzoeken. Stel dat voeding een rol speelt bij ADHD, dan kunnen de klachten sterk verminderen wanneer de kinderen bepaalde voedingsmiddelen vermijden. Misschien heeft het kind dan ook geen ADHD-medicijnen meer nodig. Het kind zal zich dan wel in grote mate aan het dieet moeten houden, want als het weer alles eet, dan komt de ADHD-problematiek weer terug. U kunt dit vergelijken met een kind dat eczeem krijgt van aardbeien: zolang het kind geen aardbeien eet, heeft het ook geen eczeem. Als het toch weer aardbeien eet, dan kunnen (afhankelijk van de hoeveelheid aardbeien en de ernst van de overgevoeligheid) de huidproblemen weer terugkeren.

Oorzaak ADHD?

Genen

Over de oorzaak van ADHD bestaat nog veel onduidelijkheid. Het staat in ieder geval vast dat ADHD vaak erfelijk is. Erfelijkheid zegt vooral iets over de aanleg die in een bepaalde familie aanwezig is om een bepaalde stoornis te ontwikkelen. Een bekende erfelijke aandoening is astma. Hebben de ouders astma, dan is de kans groot dat ook de kinderen astma krijgen. Naast erfelijke factoren spelen ook omgevingsfactoren een belangrijke rol. Bij astma kan dit bijvoorbeeld een overgevoeligheid voor huisstofmijt, boompollen, of huisdieren zijn. Daarom wordt bij kinderen met astma altijd onderzoek uitgevoerd naar omgevingsfactoren: wanneer blijkt dat het kind gevoelig is voor huisstofmijt dan kan de omgeving aangepast worden. Daardoor verminderen mogelijk de astmaklachten. Of, wanneer uit onderzoek bij een kind met astma blijkt dat het kind astmatisch wordt van poezen, dan zijn er vaak minder of zelfs geen klachten meer wanneer er een ander tehuis gezocht wordt voor de poes. De aanleg blijft dus wel aanwezig, maar omdat de omgevingsfactor (de poes) wordt weggenomen, zijn er geen of minder klachten.

Bij ADHD is aangetoond dat meerdere genen een rol kunnen spelen. Echter al die genen spelen slechts een kleine rol. ADHD-wetenschappers zijn het er over eens dat, net als astma, ook bij ADHD omgevingsfactoren een rol spelen. Omdat men niet precies weet welke omgevingsfactoren betrokken zijn, wordt ook wel gezegd dat de oorzaak van ADHD multi-factorieel’ is.

Omgevingsfactoren

Er zijn meerdere omgevingsfactoren die invloed kunnen hebben op ADHD, zoals opvoeding, intelligentie, leerstoornissen en familie-omstandigheden. Uit wetenschappelijk onderzoek, dat werd uitgevoerd in binnen- en buitenland, blijkt dat ook voeding een belangrijke omgevingsfactor kan zijn. In totaal zijn er acht onderzoeken uitgevoerd waarin de effecten van een eliminatiedieet op ADHD werden onderzocht. Alle studies waren RCTs, hetgeen betekent dat ze gerandomiseerd en gecontroleerd werden uitgevoerd. Vijf van de acht onderzoeken werden daarnaast ook nog dubbelblind en placebogecontroleerd uitgevoerd. Uit alle acht dieetonderzoeken blijkt dat voeding een grote rol kan spelen bij ADHD. Ook bleek uit deze onderzoeken dat in principe elk voedingsmiddel (zoals bijvoorbeeld ei, sinaasappel, spinazie, vis, rozijnen, etc.) van invloed kan zijn op het gedrag van kinderen en dat kinderen met ADHD over het algemeen voor meer dan één voedingsmiddel gevoelig zijn.

Wij denken dat het voor kinderen met ADHD belangrijk is om, net als bij kinderen met astma, standaard de invloed van omgevingsfactoren te onderzoeken. Stel dat voeding een rol speelt bij ADHD, dan kunnen de klachten sterk verminderen wanneer de kinderen bepaalde voedingsmiddelen vermijden. Misschien heeft het kind dan ook geen ADHD-medicijnen meer nodig. Het kind zal zich dan wel in grote mate aan het dieet moeten houden, want als het weer alles eet, dan komt de ADHD-problematiek weer terug. U kunt dit vergelijken met een kind dat eczeem krijgt van aardbeien: zolang het kind geen aardbeien eet, heeft het ook geen eczeem. Als het toch weer aardbeien eet, dan kunnen (afhankelijk van de hoeveelheid aardbeien en de ernst van de overgevoeligheid) de huidproblemen weer terugkeren.