Robin, 12 jaar
Robin werd geboren na een perfecte zwangerschap en een prima bevalling, en was een lieve, rustige baby – de trots van de familie. Vanaf de leeftijd van twee jaar werd hij echter steeds drukker. Op de peuterspeelzaal waren er voortdurend klachten over zijn gedrag. Hij rende maar rond, luisterde niet, zat aan andere kinderen, kon niet op zijn stoel blijven zitten, en was altijd met iets anders bezig dan de bedoeling was.
Toen Robin naar school ging, was al gauw duidelijk dat hij niet te handhaven was in de klas. Via de huisarts ging Robin naar de kinderarts, de neuroloog en de kinderpsychiater. Daar werd de diagnose ADHD gesteld. Ook waren er lichte afwijkingen te zien op het EEG, maar gelukkig was dat niets ernstigs.
Robin kreeg ritalin, waar hij heel goed op reageerde. Hij gebruikte deze medicatie vanaf zijn 4e levensjaar tot zijn 12e, uiteindelijk in een dosering van 2 maal daags 2 tabletten. Vanwege de bijkomende slaapproblemen kreeg hij ook melatonine, waardoor de slaapproblemen verdwenen.
Op school ging het perfect met Robin, maar thuis zaten de ouders steeds met die momenten waarop de ritalin uitgewerkt was of nog niet ingewerkt was. De ouders zochten verder: ze gingen naar de homeopaat, ze probeerden electroacupunctuur, ze gingen via een diëtiste op dieet, ze lieten suiker en kleurstoffen en melk weg uit de voeding, en ze gaven Robin supplementen en visolie, maar helaas hielp het allemaal niet. Zo gauw de ritalin was uitgewerkt, was het een ramp in huis met Robin.
Voor de start van het onderzoek voldeed Robin aan de criteria voor ADHD en voor ODD (een oppositioneel opstandige stoornis), en waren zijn klachten groot. Zo was hij erg druk en opstandig, verstoorde hij de rust in het gezin en bepaalde zijn gedrag de gehele sfeer. Ook pestte hij zijn broers voortdurend – zelfs als hij ritalin kreeg -, luisterde hij zelden of nooit, was hij ontzettend bemoeiziek en kon hij niemand met rust laten: hij zat voortdurend aan iedereen. Verder was hij erg dwangmatig: de hele dag door zette hij alles op een rijtje, van de schoenen onder de kapstok tot de potjes op de ontbijttafel. Tot slot zweette hij overmatig veel en had hij altijd dorst.
Het hele gezin was zeer gemotiveerd om deel te nemen aan het onderzoek. Er werd samen met de ouders een geschikte dag uitgezocht om te starten met de dieetperiode, zodat Robin het dieet niet tijdens grote feestdagen hoefde te volgen. Tijdens het dieet werd, in overleg met ouders en leerkracht, gestopt met de medicatie. Na de dieetperiode werden de resultaten besproken.
Na de dieetperiode voldeed Robin in het geheel niet meer aan de criteria voor ADHD en ODD. Op school was hij met het dieet en zonder medicatie net zo rustig als vóór het dieet, toen hij nog wel medicatie kreeg. Terwijl hij geen ritalin meer gebruikte, viel hij toch niet op tussen de andere kinderen.
Thuis hadden zijn ouders de indruk dat ze een ander kind in huis hadden! Wat een rust was er nu: Robin liet zijn broers met rust, bemoeide zich niet meer overal mee, kon even wachten als dat nodig was en liet zelfs de potjes op de ontbijttafel met rust. Ook was hij niet meer opstandig en hield hij zich aan de regels. Er hoefde dus niet meer steeds gemopperd te worden; het dieet had een fantastische uitwerking op het gedrag van Robin. Bovendien zweette hij niet meer zoveel, had hij geen overmatige dorst meer en sliep hij uitstekend, zonder melatonine.
Robin voelde zich anders, vrolijker, nu hij zoveel plezier had op school en thuis, en nu er werd gelachen in plaats van gemopperd. Kortom, hij was blij dat ze het gedaan hadden.
Robin was dan ook zeer gemotiveerd om verder te gaan met het PVG-vervolgonderzoek, waarin uitgezocht werd voor welke voedingsmiddelen hij gevoelig is. Langzaam maar zeker werd het dieet tijdens dit onderzoek uitgebreid. Gelukkig vielen de uiteindelijke dieetbeperkingen reuze mee!