Frank, 6 jaar

De zesjarige Frank was absoluut niet van plan om mee te doen aan die onzin. Hij verzette zich met hand en tand tegen de plannen van zijn ouders om het RED-dieet te gaan volgen. Gelukkig had Frank ouders die vonden dat hun zoon geen inspraak had, omdat het om zijn gezondheid en om het geluk van het hele gezin ging, en dat hij maar te luisteren had. Per slot van rekening werd er aan hem ook niet gevraagd of hij wel buisjes in zijn oren wou als dat nodig was. Zoiets moest gewoon gebeuren, daar was geen discussie over mogelijk, klaar uit.

Frank was boos en sprong de week voor het PVG-onderzoek harder dan ooit op de bank, stuiterde als een stuiterbal door het huis, pestte zijn zusje meer dan tevoren en maakte er op school een puinhoop van.

Besloten werd om Frank langzaam maar zeker te laten wennen aan de dieetwijzigingen. De ouders zouden speciaal voor Frank een grabbelton maken. Wanneer hij goed zijn best deed tijdens het dieet, dan mocht hij als beloning ’s avonds grabbelen. Ook werd er een speciaal keukenkastje voor Frank ingericht, waar alle voedingsmiddelen in stonden die hij tijdens het dieet mocht hebben. Dat was allemaal voor hem en daar mocht verder niemand aankomen. Trots liet Frank zijn eigen kastje aan iedereen zien, en weet je, zo vertrouwde hij iedereen toe, dit is een echt ‘power-ranger-dieet’, daar word je vreselijk sterk van.

En zo begon Frank aan het PVG-onderzoek. Ook op school kwam er een grabbelton, want snoepzak-traktaties waren niet geschikt voor Frank. Gelukkig had hij ook altijd eigen koekjes bij zich, en samen met de grabbelton wogen die op tegen de gemiste snoepzak.

De eerste drie dagen van het dieet verliepen wonderlijk rustig, maar daarna vertoonde Frank zijn oude drukke en tegendraadse gedrag weer. Zijn ouders wisten echter dat dit hoorde bij het verloop van het onderzoek, dus ze gingen door met het dieet.

Na een dag of tien realiseerden zijn ouders zich dat ze rustig met zijn tweetjes koffie zaten te drinken, terwijl Frank boven speelde. Dat was eigenlijk, vanaf het moment dat Frank kon lopen, niet meer voorgekomen. Zachtjes en een beetje ongerust liep zijn moeder naar boven. Alles zou toch wel goed zijn, het was zo stil….

Rustig zat Frank op zijn kamer met de lego te spelen, voor het eerst in zijn leven langer dan vijf minuten. En zo begon de verandering in het gezin van Frank. Hij begon te spelen met zijn zusje in plaats van haar te pesten, hij kon zo maar ineens zijn moeder omhelzen en zeggen “wat is het gezellig, mam,” hij gaf aan dat “er geen donderwolken meer in zijn hoofd zaten”, hij kon wachten tot hij aan de beurt was om iets te vertellen in plaats van er steeds doorheen te schreeuwen, hij kon aan tafel blijven zitten – kortom: het leek een ander kind.

De leerkracht vroeg verbaasd wat er aan de hand was met Frank, en Frank werd zelfs uitgenodigd om bij een jongetje uit de klas te komen spelen, iets wat al maanden niet meer gebeurd was.

De ouders waren dolgelukkig. “Dus dit is onze Frank,” riepen ze uit toen we elkaar weer spraken aan het eind van het onderzoek, “we genieten zo met zijn allen, het lijkt wel of we een ander kind in huis hebben.” Maar ook waren ze boos: “Waarom heeft niemand ons verteld dat dit mogelijk was en dat kinderen zo op voeding kunnen reageren? Dan hadden we dit al veel eerder gedaan. Wat was ons dan een ellende bespaard gebleven…”

En Frank, wat vond die ervan? Frank was blij: hij vond het wel jammer dat hij niet alles meer mocht eten, maar hij wou altijd wel op dieet blijven, zo had hij zijn moeder toevertrouwd, want hij kon nu ergens over nadenken. Het motortje was verdwenen uit zijn hoofd.